Luc Devuyst over familie, jeugd en beroep

Luc Devuyst: Ik kom uit een totaal vrijzinnig nest. Dat is misschien belangrijk, omdat ik bepaalde zaken – voor mensen die uit een ander nest komen is dat wel het geval –  niet heb moeten ondergaan en doodeenvoudig heb kunnen beleven. Op dat vlak zijn er in mijn leven geen breuklijnen in mijn denken. Ik ben vanaf de eerste schooldag een buitenbeentje geweest, want ik heb geen godsdienst gevolgd. Mijn vader moest van in het begin altijd een briefje schrijven om vrijgesteld te worden. Ik ben trouwens ook niet gedoopt. Mijn ouders zelf zijn niet kerkelijk gehuwd. Dus je begrijpt… Ik denk dat het in 1928 moet geweest zijn. De vrijzinnigheid is voor mij met andere woorden een vaststaand feit. Daar ben ik in opgegroeid. Zelfs mijn grootvader – als ik dat nog even mag verduidelijken – was lid van de Solidairen. Hij is dus, precies daardoor, een van de stichters van de Belgische Werkliedenpartij. Hij is daarvoor ook gehuldigd in het Koninklijk Circus in 1935. Ik heb heel mijn leven zedenleer gevolgd. Ik mocht van mijn ouders naar de universiteit gaan en doen wat ik wilde. Welke richting ik volgde, speelde geen rol maar het moest aan de ULB zijn, omdat er op dat ogenblik nog geen sprake was van de VUB. Ik spreek nu over 1953. Ik ben dan in het onderwijs terechtgekomen en ben, na mijn studies Geschiedenis aan de ULB, dan leraar zedenleer geworden op uitdrukkelijke vraag van mijn oud-leraar zedenleer van het atheneum in Vilvoorde. Ik gaf op dat ogenblik geschiedenis in Koninklijk Atheneum van Gembloux. Hij heeft me gevraagd of ik alstublieft naar Boom wou gaan om zedenleer te geven. Aangezien ik zijn oud-leerling was, wist ik hoe ik zedenleer moest geven. Ik ben dertien jaar leraar zedenleer geweest. Daarna ben ik overgestapt naar de inspectie voor zedenleer. Ik heb dat gedaan tot mijn opruststelling; in 1997. Sindsdien ben ik nog altijd actief als vrijwilliger en dit voornamelijk in de RIBZ; Raad voor Inspectie en Begeleiding niet-confessionele Zedenleer.  Ik kon daar vroeger niet werken omdat het bij decreet verboden is om als fungerend inspecteur deel uit te maken van de Raad van Bestuur van de RIBZ.